JEUGDSENTIMENTEN
Herinneringen en geschiedenissen van
vroeger
Verhalen van Omnivoor deel 3


Kermis: het Reuzenrad

Op de eigenlijke plaatselijke kermissen kon je natuurlijk geen echt reuzenrad hebben, dus die er waren, waren wat kleiner (zie foto uit 1982). Grotere? Daar durfde ik eigenlijk niet in, omdat de gondels open waren en je met een stuurwieltje de gondel ook nog kon draaien om het uitzicht"genot" te verhogen. Er was zo'n enorm rad op de Floriade in 1972, waar we met de klas naar toe waren gegaan. Een onderdeel van dit bezoek was dus het reuzenrad. Groot geluk voor mij was, dat we ons met een groepje, tegen de zin van de meester, hadden afgesplitst en "onafhankelijk" de Floriade aan het verkennen gingen. Tegen het eind van de middag werden we door de meester plots onderschept en moesten we weer meekomen met de grote groep. Die ging dus het reuzenrad in, maar ons groepje werd gestraft met "jullie niet!". Mij maakte het niet uit. De meester en de pupillen in de gondels lachten ons uit toen we daar beneden stonden en zij dus elke omwenteling langskwamen, dus besloten we om maar weg te gaan, want we vonden dit kinderachtig gedrag. Slechts een paar van ons reed op de fiets direct terug naar school (zie "sloop van je schoolgebouw"), waar we een uurtje moesten nablijven (omdat we weer verdwenen waren). Diegenen, die meteen naar huis waren gereden, werden de volgende dag door de Hoofdmeester uit de klas gehaald. Hen wachtte een flinke sanctie. Pas in 1982 ging ik voor het eerst in een reuzenrad, maar niet met plezier. Ik dacht steevast: "de as zal breken" of "de bouten begeven het".

 

Spuitsneeuw op het raam

Spuitsneeuw was vroeger een must voor ons met name midden jaren Zeventig. Bij toeval ontdekten we, dat het ook nog eens zeer brandbaar was (nu niet meer zo, dus probeer het maar niet): door de sneeuw op/door een sterretje te spuiten had je je eigen vlammenwerper. In 1977 had ik een top kerstgevoel en met rood plaktape creëerde ik kleine raampjes op de ramen van de dakkapel van mijn zolderkamertje. Vervolgens op de vensterbank kerstonderzettertjes neergezet en met spuitsneeuw sneeuweffecten gecreëerd op de kleine venstertjes. Zie fotootje (met excuses voor de VVD poster links). Dit heb ik sedertdien niet meer geëvenaard.




De Kersttafel

Is het kersttafelkleed al ter sprake gekomen, dan moeten we de kersttafel uiteraard niet vergeten. Hier zien jullie die van 25 december 1981. Mijn vader was de restaurateur en er was een hors d'oeuvre (zie foto) van zalm, asperges, gekookt, ei, sla en een stukje citroen, met zwaar Engelse invloeden, want mijn vader was een Anglofiel. Beetje Buitoni toast erbij. De zalm kwam uit Schotland.Het hoofdgerecht bestond uit kalkoen, ook uit Engeland, spruitjes, aardappelen etc. Daarna ijs met vruchtjes en daarna noten kraken, waarvan de vliesjes van de walnoten tussen je tanden bleven steken. Daarna wellicht wat TV. Zeer intense indrukken liet dit in mij achter, met name als jong kind (in 1981 was ik net 20 en was ik aan het ploeteren op/aan de universiteit). Let ook op de Joodse kandelaar in het midden van de tafel en de verdwaalde rode kaars daarachter. Het bestek is van Gero uit de jaren 50, dat mijn ouders als hun huwelijkscadeau hadden gekregen (een mes lemmet brak in de jaren 80 een keer af en werd gratis door Gero gerepareerd onder de "levenslange garantie" clausule). De collectie bestek heb ik nu nog als erfstuk in een houten ladendoos.

 

De Feeststol en ander Kerstbanket

Op onderstaand fotootje, vermoedelijk rond Kerst 1978, zien we van alles de revue passeren. De Kerststollen of feeststollen, het zakje poedersuiker rechts in de voorgrond, een zeer lange Duivekater (zie topic "Duivekater"), de banketkrans met vruchtjes erboven op (zie ook topic "banketletter"), kerstkransjes van koek en meringue (schuim) en in de achtergrond een Kerstster of poinsettia (Euphorbia pulcherrima), die trouwens behoort tot de wolfsmelkfamilie (Euphorbiaceae) en voornamelijk wordt gekocht voor de Kerst. Let ook op het typische jaren Zeventig keukengordijn en de oudere radiator alsmede de houten jaren Zestig stoelen.
Een plak Feeststol met spijs en een dikke laag koude roomboter er bovenop. Ik at eerst het krentenbrood om op het laatst het schijfje spijs met de boter er bovenop te nuttigen.
Beste mensen, deze fantastische tijden zullen nooit wederkeren met de opkomst van het ultramodernisme, dus geniet maar eens van onderstaand "stilleven".


 

 

 

De Autoped Toeter

Op mijn step (autoped), en later op mijn eerste fiets, had ik een klein toetertje zitten. Het toetertje maakte een tweetonig hoog clownachtig geluid als je in het rubber balletje kneep. Het toetertje had dus geen trompetvorm, maar zag eruit als een soort mini Zeppelin. Ik heb het internet afgestruind en met grote moeite een plaatje kunnen vinden van een toetertje (een Cycle-Rite Lucky Horn) dat mijn jeugdsentimenttoetertje nadert wat betreft gelijkenis.

 

 

De Witte Kwis

De Witte Kwis was "Wit, omdat de winst in het programma zelf zit en niet in de prijs", aldus programmamaker Leo Akkermans (1927) in Januari 1974. In deze quiz discussieerden de deelnemers zelf over de hoeveelheid punten die een goed antwoord moest opleveren. Een presentator stelde vragen aan een gezin en aan een ander gezin werd gevraagd wat ze ervan vonden (beide gezinnen bestaande uit een vader, moeder en twee kinderen in de leeftijd van 15 tot 20 jaar). Deskundigen waardeerden het geheel met punten. Wie de meeste punten haalde kreeg de eerste prijs."Toch ook cadeautjes?Ja, maar geen koelkastengedoe. Het gaat om het spel en niet zo erg om de knikkers. Zodra de hebberigheid een grote rol gaat spelen, heb ik er grote moeite mee!"
KRO radioman Wil van Neerven (1943) presenteerde deze quiz op de KRO televisie. De quiz was geboren uit een samenwerkingsexperiment van vijf KRO-documentairemakers. "Wij vroegen ons af hoe je tot het onderwerp komt en wat die vanzelfsprekende dingen zijn als je het programma maakt. De resultaten ervan waren de basis van de quiz". Akkermans koos zijn kandidaten uit 300 aanmeldingen. "Het is de bedoeling om tot mei [1974] elke maand met de Witte Kwis te komen. Na "De School" [het onderwerp van de eerste uitzending] komen onderwerpen als sport, topsport, werksituatie, winkel en opvoeding aan de orde." "Na mei [1974] zal worden bekeken of de Witte Kwis het winterseizoen terugkeert".
Ik heb deze quiz geloof ik slechts een keer op TV gezien en werd er ronduit gallies van, zo verschrikkelijk saai was het. De winnaars van de episode, die ik zag, kregen een boek!

De Gebroken Snaar

De Gebroken Snaar is een Tsjechische korte film uit 1966, geregiseerd door een zekere Martin Tapák. Het gaat over een jongetje die emotionele herinneringen heeft van zijn prille jeugd. In zijn dromen speelt een man een viool, waarvan een voor een de snaren breken. De titel van de film is Rozthrla sa hudáckovi struna. Eind 1968 werd deze korte film op TV uitgezonden en deze film maakte destijds een diepe indruk op mij. Ik dacht dat er altijd twee afleveringen van waren, maar het lijkt er gewoon een te zijn. Ik heb me jaren suf gezocht naar informatie over deze film en recent fragmentjes informatie ervan weten te vinden.
Alhoewel ik me grote delen van deze film niet meer kan herinneren, weet ik me wel MIJN emoties er van te herinneren en deze wil ik gelijk stellen aan die van na het zien van The Little Drummerboy

 

 

 

 


 

Het Indrukpoppetje

Ikzelf heb diverse Indrukpoppetjes gehad. Het principe is eenvoudig: een poppetje, dat uit losse onderdeeltjes bestaat, wordt middels strak getrokken elastiek op een statiefje stijf gehouden. Als je de onderkant (een soort van knop zeg maar) indrukt, verslapt het geheel, maar wordt weer strak en stijf als je het knopje loslaat. Op een gegeven moment brak het elastiek of verzwakte het elastiek en was je poppetje plots een slap poppetje geworden of viel het uit elkaar.
De Letterdoos

Begin lagere school (voor mij eind jaren Zestig) gebruikten we voor taal en woordjes de befaamde letterdoos. Ik vond spelen met de doos bijzonder leuk en denk nu nog met weemoed terug aan de EU EE OE OO UI etc. De vakjes, met alle lettertypes op kleine stukjes plastic geschreven, maakten een behoorlijke indruk op mij. Woordjes spellen deden we naar aanleiding van een woord dat de Juf oplas. Zo eenvoudig en zo doeltreffend.


De Daktent

Een plaatje van een Daktent, zoals op het fotootje, is verdraaid moeilijk terug te vinden op het internet. Ik hoef er natuurlijk niet naar te zoeken, want het is mijn eigen fotootje uit ongeveer 1975 en wel genomen in de voortuin van mijn ouderlijk huis. In de tent ligt een goede jeugdvriend van me. We zien de stormlamp aan de scheerlijn hangen (zie en hij leest een Donald Duck weekblad. Let ook op de duimvormige knijpers van de jaren Zestig.
De tent heb ik destijds gekregen voor mijn verjaardag in 1975. Mijn moeder en ik kochten deze tent bij Loe Lap in de Reguliersbree straat te Amsterdam ("Wat Lap Lapt Lapt Lap Alleen"), een soort van Dumpstore. Loe Lap zelf toonde mij en verkocht mij dus deze tent. De tent was van uitzonderlijke kwaliteit en ik heb er tot ver in de Tachtiger jaren plezier van gehad. Ik leende hem op een dag uit aan iemand en zag de tent daarna nooit meer terug. De tent was opgebouwd uit een binnentent en een buitentent. De binnentent van katoen had een bodem van zwaar plastic met een hoge rand en met zes ogen voor haringen (elke hoek van de rechthoek en halverwege de lange zijde) en je moest een midden frame door lussen van het dak van deze midden tent halen om hem overeind te krijgen, maar de paaltjes stonden wel in de tent op een klein plateautje. Daarna deed je het blauwe zeil er overheen en met rubber lussen en haringen verankerde je dit aan de grond. De twee paaltjes hadden een lange zeg maar soort piek en eenmaal door het blauwe zeil verzegelde je dit middels bijgevoegde rubber stoppen. De tent was zeer regenbestendig hetgeen ik in Noordwijkerhout ervoer, toen ik in de tent aan het lezen was en er een geweldige onweersbui overkwam. Ook vormde de ruimte tussen binnen- en buitentent een prachtige geheime opbergplaats, hetgeen van pas kwam in Beekbergen in 1981. Ik kreeg toen "ruzie" met een paar van mijn medekampeervrienden. Zij vraten alles wat los en vast zat op, waardoor ik wat proviand moest verstoppen om eten voor mij en de rest te waarborgen. Ze kregen er lucht van en wilden mijn tent inspecteren. Ik wist van niets, zo zei ik, en na de inspectie van het interieur van de tent geloofden ze mij. Ze verzuimden echter aan de achterkant van de tent in de ruimte tussen binnen- en buitentent te kijken, want daar had ik het een en ander opgeborgen.

Verhalen deel 1

 

 


Hoofdpagina

 

 

 

 

 

 

 

Deel 6
Deel 7